Thuis > Nieuws > bedrijfsnieuws

Aandachts- en onderhoudpunten bij het gebruik van de vorenploeg

2024-01-24


Aandachtspunten bij het gebruik van de vorenploeg:

1. De vorenploeg mag niet worden getransformeerd voordat deze is opgegraven; als er te veel klei of verstrikt gras op de werkende delen zit, moet deze worden gestopt en schoongemaakt. Het is ten strengste verboden om het tijdens gebruik met de hand schoon te maken.
2. Wanneer de ploegploeg door ophanging wordt getransporteerd, moet de hydraulische hefhendel van de tractor worden vastgezet en moet de begrenzingsketting van de onderste trekstang van de tractor worden vastgedraaid om de slingering van het ophangmechanisme te verminderen.
3. Voordat u land bebouwt, is het noodzakelijk om de omstandigheden van het veld en de wegen te begrijpen, obstakels zoals stenen in het veld te verwijderen, waterputten te markeren en de bodemvochtlijn te bepalen, evenals de landrand en de bovengrens.
4. Bepaal de landbouwroute op basis van de vorm en helling van het perceel. Over het algemeen dient de teelt langs de lange zijde van het perceel plaats te vinden, en als er ruggen aanwezig zijn, dient de teelt langs de ruggen plaats te vinden. Om de helling van het perceel te verminderen, kan de teeltmethode worden toegepast door de grond naar het onderste gedeelte te keren. Besteed aandacht aan het verminderen van bodemvochtsloten. Wanneer het perceel groot is, kan het in verschillende kleine gebieden worden verdeeld om overmatige lege ritten te voorkomen.
5. Bij een hoge werkweerstand dient de voertuigsnelheid dienovereenkomstig te worden verlaagd.
6. Bij het keren van het veld moet de ploeg geheven worden; tijdens transport over lange afstanden moet de onderste trekstangbegrenzingsketting strakker worden gezet om de oscillatie van de voorploeg te verminderen.

Onderhoudspunten bij het gebruik van de vorenploeg:

1. Inspecteer het uiterlijk van de vorenploeg uitgebreid, schilder deze opnieuw en breng olie aan op het kapmes en de spiebaan om roest te voorkomen.
2. Controleer of de transmissiekast, kruiskoppelingen en lagers geen olie bevatten en vul deze indien nodig direct bij.
3. Controleer de verbindingsbouten en draai ze vast.
4. Controleer of slijtdelen zoals sluitingen en splitpennen beschadigd zijn en vervang deze indien nodig.
5. Verwijder stof en olie grondig van de voorploeg.
6. Smeerolie en vet volledig vervangen.
7. Bij langdurige opslag moet de ploegploeg worden schoongemaakt, het werkoppervlak van het ploeglichaam en elk draaiend onderdeel moeten worden bedekt met roestwerende olie en de ploeg moet op een geventileerde en droge plaats worden geparkeerd.



X
We use cookies to offer you a better browsing experience, analyze site traffic and personalize content. By using this site, you agree to our use of cookies. Privacy Policy
Reject Accept